Titel: Impressie van de hoorzitting beroep NL tegen de Octrooirichtlijn 98/44 EU
Bron:
Europees Hof van Justitie

Disclaimer: Dit is een uitwerking van mijn aantekeningen bijgehouden tijdens de zitting. Ik heb niet alles kunnen bijhouden maar heb geprobeerd de essentie aan te geven. Ik geef aan hoe ik de woorden interpreteer; mogelijk is de spreker het niet met mijn interpretatie eens. Voor de zekerheid; lees het schriftelijk rapport na. Chris Hayes


Hoorzitting over het beroep tegen de Europese Octrooirichtlijn
Bij het Europese Hof van Justitie, gevestigd in Luxemburg

 

Een impressie van het Hof
Het Europese Hof van Justitie is gevestigd in een nieuw gebouw met veel rood marmer, in een recent volgebouwd gebied nabij de stad Luxemburg vol Europese instituten, banken en hotels. De beroepszaak tegen de Richtlijn werd behandeld in de Grote Zaal, een ronde zaal met voorin een halfronde tafel met 19 stoelen voor de leden van het Hof. Veel oranje beukenhout, de zitplaatsen voor het publiek zijn zachtgroen. Voorin twee spreekgestoelten in de richting van het Hof, en vlak daarachter tafels voor de aanklagers en de verdedigers.
Voor het publiek en de pers zijn groene banken; een kruising tussen collegebanken en luxe fauteuils. De zaal wordt omringd door glazen hokjes voor de tolken van elk EG land; twee per taal. Nederlands zat onder knopje 5 van de koptelefoon.

Eerst komen de pleiters binnen. Ze dragen zwarte advocatentoga's, die subtiel verschillen in het aantal plooitjes in de mouwen en knopen op de schouders. De Italiaanse verdediger valt op omdat hij een gouden gordijnkoord aan zijn toga heeft zitten. Het zijn allemaal zeer gesoigneerde dames en heren. Ik gok erop dat de lange man met de rode baard een Nederlander is.

De tweede Nederlandse tolk komt zichtbaar kwaad gebarend haar hokje binnen. Geen idee wat er aan de hand is. De eerste tolk houdt wijselijk haar mond en duikt een beetje weg. Dit zal de hele zitting zo doorgaan.

Na een paar pling-plong tonen, bedoelt om ons op te laten staan, komt het Hof binnen; zij dragen bordeauxrode toga's. z

Tijdens het proces is het leuk om te zien dat vrijwel alle tolken hun verhaal kracht bij zetten door druk te gesticuleren, hoewel niemand naar ze kijkt.

De zitting
Tijdens de zitting komen de verschillende pleiters aan het woord. Eerst vertellen ze hun verhaal, daarna stelt het Hof vragen, en aan het eind mogen ze nog eens mondeling op elkaars verhalen reageren.

Vocabulaire
Preambule=considerans: toelichting bij de richtlijn
Dispositief: de regels van de richtlijn zelf
Amendement: voorgestelde wijziging op regels in een (wets)voorstel, b.v. in de Tweede Kamer. Moet nog voor gestemd worden.
Subsidiariteit: welke wetgeving het belangrijkste is als er bv nationale en internationale wetten en verdragen ergens over zijn
Harmonisatie: het met elkaar in overeenstemming brengen van verschillende wetten, in dit geval de verschillende octrooiwetten in de verschillende landen

Nederland
Mevrouw van Bakel komt als eerste aan het woord om het Nederlandse beroep toe te lichten.
De argumenten zijn in zes hoofdargumenten te benoemen:
1) De richtlijn is op de verkeerde grondslag gebaseerd
2) De richtlijn is in strijd met het subsidiariteitsbeginsel
3) De richtlijn verbeterd de rechtszekerheid niet

De richtlijn moet de verschillende wetten op 1 lijn brengen. Maar er dreigen toch allerlei verschillende wetten te komen omdat de richtlijn niet erg duidelijk is op een aantal punten.
Artikel 6 bijvoorbeeld blijft de hele ochtend terugkomen. In artikel 6 van de Richtlijn staat dat landen octrooien mogen weigeren op grond van strijd met de openbare orde en goede zeden. Er staan een paar voorbeelden bij genoemd. De vraag is nu hoeveel ruimte een land daarin mag nemen.

Een ander punt dat vandaag meer genoemd zal worden is dat er een groot verschil is tussen wat er staat in de toelichting (preambule) en in de voorgestelde regels. Er is onenigheid over of de toelichting juridisch wel of niet deel uitmaakt van de Richtlijn.

Het is volgens mevrouw van Bakel ook vaag of een rechter bij klachten tegen een bepaald octrooi alleen naar de regels moet kijken of ook naar de toelichting,

Als voorbeeld wordt genoemd dat alleen in de preambule staat dat het goed is om de geografische oorsprong van een organisme aan te geven, en of donoren van menselijk materiaal toestemming moeten geven om hun materiaal te octrooieren. Denemarken wil dat laatste wel, Nederland is dat niet van plan.

4) Strijd met volkerenrechtelijke verplichtingen
5) Strijd met grondrechten van de gemeenschap
6) De richtlijn is niet rechtmatig tot stand gekomen.

De richtlijn is gebaseerd op artikel 100/95*?*, gebaseerd op de redenering dat de richtlijn alleen maar bestaande regels over octrooien en kwekersrecht harmoniseert. Maar de richtlijn breidt uit tot ieder materiaaal dat door biotechnologie gemaakt kan worden, dus in feite elk zichzelf voortplantend materiaal. Dit is nieuw dus had de richtlijn gebaseerd moeten worden op artikel 308.

Verder legt ze er de nadruk op dat 11 van de 15 landen in de EU de richtlijn nog niet of slechts gedeeltelijk in nationale wetgeving hebben omgezet, volgens haar o.a. vanwege ethische problemen.


Mevrouw van Bakel wijst er ook op dat veel landen moeite hebben met het implementeren van vnl artikels 5 over octrooien op menselijk materiaal, het genoemde artikel 6 en artikel 12 over nieuwe rassen, waarbij ze conflicten verwacht als een organisme zowel beschermt wordt door een Octrooi van bedrijf A en een kwekersrecht van bedrijf B. Aan wie moet een gebruiker nu betalen?

Conclusie: de richtlijn moet vernietigd worden.


Italië
Voor Italië spreekt Mr Leanzo. Hij houdt een niet zo sterk samenhangend verhaal waarin hij de punten 1 3 en 5 van Nederland ondersteund.

Noorwegen
Ook Noorwegen steunde het Nederlandse beroep. De lange man met de rode baard blijkt Noorwegen te vertegenwoordigen.
Hij benadrukt dat de wet verder gaat dan harmonisatie, en hij gaat bovendien heel diep in op de strijd met internationale verdragen. Hij noemt met name het Biodiversiteitsverdrag, waarin staat dat de gebruiker van een organisme uit een ander land aan dat land een zeker bedrag zou moeten afstaan. Hij vindt dat dit in de implementatie van de richtlijn opgenomen moet kunnen worden. Internationale verdragen staan juridisch boven nationale wetgeving, dus hij zegt dat het belangrijk is dat de nationale wetgeving in overeenstemming is met die verdragen, anders heb je twee verschillende regelgevingen.

Europarlement
Aangezien de richtlijn is aangenomen door het Europarlement, verdedigt een vertegenwoordiger van de juridische dienst van het Europarlement de richtlijn.

Deze vertegenwoordiger verwijst naar de stukken, en noemt maar een paar punten.

Volgens de vertegenwoordiger wordt de essentie van de richtlijn uit het oog verloren, en dat is harmonisatie van octrooien op biotechnologische uitvindingen. Dit is voldoende omgrenst door de octrooibeperkingen (nieuw, origineel, uitvinding, industrieel toepasbaar).
Hij ziet in het verzoekschrift voornamelijk ethische bezwaren en politieke bezwaren, maar het gaat hier in dit gerecht om juridische bezwaren. Er is zo lang over de richtlijn gevochten in het Europarlement, vindt hij, dat al die ethische zaken voldoende doorsproken zijn.

Het specifieke argument Noorwegen over het biodiversiteitsverdrag dat vereist dat landen van oorsprong van organismen recht hebben op financien, vindt hij dat niet in onze wetten hoeft worden uitgewerkt, dat is de zaak van die landen.

Hij noemt een reeks historische octrooien om aan te tonen dat octrooien niet nieuw zijn; Pasteur kreeg in de vorige eeuw al octrooi op gist.
Het Europees Octrooibureau heeft al jaren octrooien uitgegeven op levend materiaal, zoals virussen, planten, en de kankermuis. En aangezien niemand dat heeft aangevochten, ook Nederland niet, mag Nederland nu niet meer moeilijk doen, concludeert hij.

De richtlijn is ook niet bedoelt voor en beperkt niet de regels over milieuveiligheid, etikettering, vergunningen, prijsreglementering of het gevaar van monoculturen in de landbouw.

Tenslotte vindt hij dat Europese wetgeving niet alleen hoeft te harmoniseren maar ook een stapje hoger mag gaan.


Als reactie op dat het Europees Octrooiverdrag dat al bestond een betere plek is waar landen samenwerken aan harmonisatie, zegt hij dat dat veel te lang duurt, dat de EU als een van haar bevoegdheden heeft om de interne markten te reguleren en dat het lekker snel gaat en directe werking krijgt.

Over de strijd met internationale verdragen


Europese Unie

Een Nederlandse man wil zich alleen op de hoofdpunten concentreren. Hij haalt een reeks andere zaken aan waaruit volgens hem blijkt dat het beroep verworpen moet worden.
Nogal slaapverwekkend omdat die zaken me niets zeggen.

Het wordt interessanter als hij zaken uit Nederland aanhaalt.

Zo stelt hij dat in de memorie van toelichting van de wijziging Rijksoctrooiwet 1995 al iets staat over het waarborgen van vrij verkeer met biotechnologische producten.
Hierop zal de mevrouw van Bakel later terugkomen, en zeggen dat dit verhaal uit zijn verband wordt gehaald. Wat deze spreker weer zal ontkennen.

Regelmatig citeert hij uit het advies van de Raad van State over de amendementen die het Nederlandse parlement wil maken op de richtlijn. Hij haalt ook staatssecretaris van Economische Zken dhr Ybema aan, die natuurlijk de mening van de Raad van State deelt, maar ook gezegd heeft dat de bezwaren alleen maar in Nederland leven en dat dat een te smalle basis is om de richtlijn te amenderen op grond van artikel 6 (wat ik weer een bizarre stelling vindt).

Meneer geeft aan dat octrooien ongetoetst verleend worden, waarbij het eerste grapje wordt gemaakt; stel je voor dat hij zichzelf wil klonen en dus octrooi aanvraagt, dan krijgt hij dat, pas als iemand bezwaar maakt kan het octrooi worden ingetrokken.
Het nieuwheidsonderzoek dat een octrooi wel ondergaat toetst niet of en octrooi in strijd is met de Openbare Orde en Goede Zeden, of dat het octrooi ethisch aanaardbaar is.

Hij zegt dat het biodiversiteitsverdrag gebaseerd is op 'capacity building', wat volgens hem neerkomt op het verplaatsen van geld van ontwikkelde landen naar ontwikkelingslanden.

Hij zegt ook dat het feit dat Noorwegen Nederland steunt niet ontvankelijk is, omdat Noorwegen NL niet op alle punten steunt geloof ik, en het feit dat Noorwegen dit op deze hoorzitting repareert geldt niet; de oorspronkelijke schriftelijke verklaring geldt.

De Commissie
Deze spreker is in 5 minuten klaar door zich aan te sluiten bij de overige Europese sprekers. Hij geeft nogmaals aan dat biotechnologie ethische en maatschappelijke vragen oproept, maar dat na 10 jaar discussie de keuzen zijn gemaakt.
Het hof is niet om ethiek te toetsen maar om zaken juridisch te toetsen, en hij twijfelt niet aan de rechtsgeldigheid.

Vragen van het Hof
Het hof heeft maar 1 vraag en dat is of de verdedigers nog even willen aangeven wat ze te zeggen hebben over het gebrek aan overeenstemming tussen de preambule en het lichaam van de wet, wat zou kunnen leiden tot zwakke rechtszekerheid.
Er wordt even druk overlegd. Dan geeft meneer Houttuin aan dat deze structuur inderdaad geen hoofdprijs verdient maar dat het hielp om de richtlijn door het parlement te krijgen. Hij verwijst naar de uitspraak van de Nederlandse Raad van State, pagina 2, waar staat: 'opgemerkt zij dat de considerans zelf geen regels bevat'.
(Ik vindt dit persoonlijk nogal een zwakke redenering.)

Repliek
Hierna volgde de repliek op elkaar, die ik heb verwerkt in de betogen hierboven om het verhaal overzichtelijk te houden. Het hof sloot de zitting en zal op een nader te bepalen datum uitspraak doen.