Een overzicht van patentenwetgeving

De European Patent Convention (EPC, of Europees Octrooiverdrag) regelt sinds de jaren zeventig Europese patenten. Het doel was om het verkrijgen van patenten in Europa makkelijker te maken door harmonsiatie. Alle EU landen en een paar andere landen hebben dit verdrag getekend. Het verdrag wordt uitgevoerd door het European Patent Office (EPO of Europees Octrooibureau) in München, Duitsland. Het is onafhankelijk van de Europese Unie.
Toen het EPO patenten ging geven op planten en dieren, was dat niet volgens de regels van het EPC, zoals bevestigd in de zaak van Greenpeace versus Plant Genetic Systems (PGS) in 1995.

De Europese Octrooirichtlijn, ook bekend als "Life Patent Directive", maakt bescherming van biotechnologische vindingen mogelijk. De eerste versie stamt uit 1988, maar de richtlijn werd pas aangenomen in 1998 als Richtlijn 98/44/EEC (OJ L 213, 30/07/1998, p.0013-0021). Het staat expliciet patenten toe op planten, dieren en delen van het menselijk lichaam en is als zodanig in strijd met de regels van het EPC. EU lidstaten moeten de richtlijn opnemen in hun nationale wetgeving. Omdat hun wetgeving nu voldoet aan de eisen van het EPC, zullen er problemen komen om de tegenstrijdigheden tussen de richtlijn en het EPC op te lossen.
Daar komt nog bij dat het Europese Hof van Justitie nog moet beslissen over de Nederlandse aanklacht tegen de richtlijn. Het is denkbaar dat het Hof de hele richtlijn of delen ervan nietig zal verklaren.

Het TRIPS verdrag van de WTO (Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights van de World Trade Organization) is een internationaal verdrag dat op wereldschaal het intellectueel eigendomsrecht moet harmoniseren, dus ook het patenrecht.

In Artikel 27(3)b staat het toe om patenten op planten en dieren uit te sluiten van patenteerbaarheid. Dit artikel is herzien in 1999; er wordt van allerlei kanten druk uitgeoefend.
De industrie en de regering van de VS willen dat artikel 27(3)b eruit gehaald wordt, zodat wereldwijd patenten gegeven kunnen worden op planten en dieren.

De ontwikkelingslanden willen dat het artikel er in blijft (en zelfs wordt uitgebreid), zodat ze de mogelijkheid hebben om zelf een bescherminssysteem te ontwerrpen voor planten en dieren. De positie van de EU is onduidelijk. De EU landen pleiten ervoor dat het UPOV verdrag de enige optie is als sui generis systeem. (Zie ook de publicatie van GAIA/GRAIN: Beyond UPOV Examples of developing countries preparing non-UPOV sui generis plant variety protection schemes for compliance with TRIPS.)

Het Biodiversiteitsverdrag (Convention on Biological Diversity, CBD), kwam tot stand op de "Earth Summit" in Rio de Janeiro in 1992. Velen zien een tegenstrijdigheid tussen het TRIPs verdrag en het biodiversiteitsverdrag het CBD aan landen het soevereine recht geeft op hun biodiversiteit, wat strijdig is met patenten. Artikel 16(5) van het biodiversiteitsverdrag erkent de mogelijke strijdigheid tussen de doelen van het verdrag enerzijds en patentrecht anderzijds.

Dan is er ook nog het UPOV, the International Union for the Protection of New Varieties of Plants. Dit is een internationaal verdrag om het kwekersrecht te harmoniseren. Het kwekersrecht is een speciale vorm van intellectueel eigendomsrecht om de rechten van commerciele kwekers te beschermen. Een patent geeft echter sterkere bescherming, en dus groter economisch voordeel, dan een kwekersrecht. Op nieuwe gewassen die volgens conventionele kweektechnieken ontwikkeld zijn valt echter geen patent te krijgen. Het kwekersrecht onder upov is in de loop der tijd (na herzieningen in 1978 en 1991) ook sterker geworden ten gunste van commerciele kwekers.

Ook dit verdrag uit 1978 staat onder druk en kan ingrijpend veranderen. Het oorspronkelijke doel was om kwekers het vrije gebruik toe te staan van plantenrassen voor kwekers, zodat ze rassen konden verbeteren. Omdat patenten het vrije gebruik van rassen uitsluiten waren ze in strijd met dit verdrag. In 1991 werd een nieuwe versie opgesteld ("UPOV 91") die niet langer in strijd was met patenten op plantenrassen. Omdat veel landen, met name landen in het zuiden, hier bezwaar tegen hebben, is het verdrag nog niet door genoeg landen geratificeerd om in werking te treden.

* lees ook: de noodzaak dat Nederland zich uit het UPOV terugtrekt door Peter Custers.