<%@ Language=JavaScript %> NPG: patenten op leven - bezwaren

Waarom zijn patenten op leven omstreden?

Planten, dieren en genen zijn nu ineens 'ideeën', een 'intellectueel concept'.

Om te beginnen is de richtlijn in strijd met andere internationale verdragen.

Verder hebben politici en ethische commissies moeite met de patenteerbaarheid van menselijk materiaal.

Tenslotte zijn er belangrijke argumenten van medici, boeren en organisaties voor ontwikkelingssamenwerking.

De bedrijven krijgen mogelijkheden, en gebruiken die mogelijkheden volop - getuige de enorme hoeveelheid octrooiaanvragen bij het Europees Octrooibureau.

Maar zoals het nu wordt geregeld krijgen bedrijven te veel rechten. Dat gaat ten koste van medisch onderzoek, biodiversiteit en voedselzekerheid.

Menselijke genen in handen van bedrijfsleven

Uitvinding?
Om een patent te kunnen krijgen moest er altijd sprake zijn van een echte vinding. Dat wil zeggen dat iets nieuw, innovatief en toepasbaar is. In de praktijk blijkt echter dat met deze regels steeds soepeler wordt omgesprongen.
Nu het menselijk genoom ontrafeld wordt is er een wedloop bezig tussen bedrijven om zoveel mogelijk patenten te nemen. Want als je de eerste bent dan heb je voorlopig de controle, en kun je ook andere bedrijven je wil opleggen.
Deze hebberigheid loopt regelmatig uit de hand:.

Voorbeeld van patent-hamsteren:
Bij het Europees Patentenbureau (EPO) liggen twee controversiële patentaanvragen (EP 767796 en EP 775199) van het Amerikaanse bedrijf Human Genome Sciences (HGS), mede opgericht door de bekende genonderzoeker Craig Venter. HGS heeft in totaal enige honderden aanvragen ingediend op menselijke genen. In de genoemde aanvragen wordt aanspraak gemaakt op bepaalde gensequenties om op grond van de sequenties geneesmiddelen te ontwikkelen. De aanvraag noemt een hele reeks mogelijke toepassingen,maar geen van deze geneesmiddelen wordt daadwerkelijk ontwikkeld.
Patent EP 775199 noemt alleen op dat er vermoedens zijn dat reuma, ontstekingen, zweren, hartproblemen, gewrichtsontsteking, hoge bloeddruk, radioactieve bestraling, ontsteking van de dikke darm, huiduitslag en longziekten behandeld kunnen worden en kankers voorkomen. Insiders spreken bij zoiets van hypothetische 'voorraadpatentering': de patenthouder weet niet, waarvoor de gensequentie werkelijk toegepast kan worden, maar maakt voor de zekerheid aanspraak op alle mogelijke toepassingen.
Dat onderzoek en ontwikkeling daardoor werkelijk gehinderd worden, toont een recent voorval. Human Genome Sciences (HGS) had een patent op een gen. Pas later werd bekend dat dat gen van belang kan zijn voor de behandeling van HIV. HGS wil nu de verdere onderzoeken met dit gen onder controle houden.

Het Europees OctrooiVerdrag (EPT, Art. 52) laat alleen uitvindingen toe voor patentering, niet ontdekkingen zoals genen en gensequenties. Maar op grond van de Europese Octrooirichtlijn kunnen dit soort patenten toch aangevraagd worden. Nog steeds moet er sprake zijn van een uitvinding; te beoordelen door het Europees Octrooibureau.

Biodiversiteit in handen van bedrijfsleven


Patent op menselijke genen beperkt medisch onderzoek
Farmaceutische bedrijven nemen patenten op genen die te maken kunnen hebben met bepaalde ziekten. Vanaf dat moment hebben ze de volledige controle over het onderzoek naar medicijnen en analysemethoden die verband houden met dat gen, althans bij de ziekten die ze genoemd hebben in de patentaanvraag.[daarom ]

Als een bedrijf besluit dat een gen-gerelateerde ziekte economisch niet interessant is, bijvoorbeeld omdat te weinig mensen het hebben, dan is dat pech voor mensen met die ziekte. Doordat ze patent hebben kunnen ze ook anderen beperken in hun onderzoek. Ze mogen rechten heffen op onderzoek, waardoor de kosten van een eventueel medicijn oplopen.
In de VS worden al meer dan tien jaar patenten gegeven op menselijke genen en het heeft een negatief effect gehad op onderzoek en ontwikkeling van nieuwe therapieën en medicijnen. Patiëntenorganisaties verzetten zich fel tegen dit systeem. (meer hierover: NORD or The Council of Responsible Genetics)

Wie de macht heeft over deze genen heeft de toekomst, 'Genen zijn het de valuta van de toekomst' heeft George Poste, research director van SmithKline Beecham, gezegd in een interview met Der Spiegel (44/93).

Macht over zaadgoed
In de landbouw en voedselproductie wil de Life Sciences industrie ook de macht krijgen over zaad. Ze streven ernaar dat boeren elk jaar opnieuw zaad moeten kopen, wat ten koste gaat van het eigen inkomen van de boer. Met het kwekersrecht en hybridisering was dit ook al het geval, maar patenten versterken het. Bij het oude kwekersrecht mochten plantenveredelaars bestaande rassen gebruiken om nieuwe, betere rassen te ontwikkelen. Met patenten is dat niet meer zo, wat nadelig is voor de ontwikkeling van gewassen.

We zien in dit verband ook dat er steeds minder maar steeds grotere zaadbedrijven komen. De kleine bedrijven worden opgekocht. Zo hebben een handjevol bedrijven de hele zaadmarkt in handen gekregen. De vijf grootste zijn (zie rafi).Als ze de markt in handen hebben kunnen ze hun eigen genetisch gemanipuleerde rassen introduceren, waar de boeren vaak alleen wat aan hebben als ze meteen de bijbehorende chemische producten kopen, zoals onkruidverdelgers. Die uiteraard alleen bij datzelfde bedrijf te koop zijn.
Zo worden boeren geheel afhankelijk van het bedrijf, en de bedrijven die de toprassen in handen hebben krijgen zo de controle over veel van ons voedsel.

Genetische manipulatie wordt gebruikt om de voedselmarkt onder de controle van deze bedrijven te krijgen. Patenten worden gebruikt om de macht van de multinationals verder te vergroten..

Lees meer over de macht van de voedselmultinationals in het boek 'Duistere Machten' van Jan Paul Smit.

CASE: overgewaaid gentech stuifmeel: boer moet duizenden dollars royalties
De Canadese boer Percy Schmeiser (70) is gewend om zijn eigen zaad te winnen. In 1998 vonden privédetectives van Monsanto de genen in zijn koolzaad waarop Monsanto patent heeft. Het gaat om resistentie tegen een herbicide. Monsanto wilde dat hij daarvoor licentierechten betaalde. Monsanto heeft tientallen zaken aangespannen, maar dit is de eerste zaak waarin de  rechter een uitspraak gedaan heeft (maart 2001). De rechter besloot dat de boer moest betalen, omdat er meer van de genen in het veld terecht gekomen waren dan hij waarschijnlijk achtte door natuurlijk overwaaien. De boer werd veroordeeld tot betaling van $10,000 gebruikerslicentie en $75,000 voor de winst van 1998. 
Monsanto stelde in deze zaak eerst dat vrijwel alle koolzaad de genen in zich had, maar Schmeiser ontkende dit. Onafhankelijk onderzoek toonde het gelijk aan van Schmeiser. De boer kon dus geen profijt trekken van de besmetting; het onbesmette koolzaad zou door het herbicide gedood worden.

Critici zijn verbijsterd door de uitspraak. Vooral omdat waarschijnlijk al het koolzaad in Canada inmiddels besmet is. 


In beroep
Op 19 juni 2001 heeft Schmeiser beroep aangetekend. De argumenten waarop het beroep zal dienen:

    - Farmer Liable For Growing Biotech Crops - Court Says Canadian Used Company's Plants (Washington Post., 30 maart 2001)
    - Canadian professor speaks out on Percy Schmeiser decision (March 30, 2001 --Cropchoice opinion)
    - de uitspraak T1593-98.pdf (tijdelijk beschikbaar, daarna onder voorbehoud bij NPG op te vragen)
    - het beroep (Acrobat pdf file).
    - Rural Advancement Foundation International over de uitspraak
            * boeren kunnen hun borst nu natmaken.
            * Monsanto heeft schaduwdoel: zelf zaad telende boeren elimineren.
    - verzoek steun: Percy Schmeiser wil in beroep en hij wil een tegeneis neerleggen. Dit is een verzoek om financiele steun.
    - website over deze zaak: www.percyschmeiser.com
    - een andere zaak tegen Amerikaanse boer.

 

 

 

 

Toename experimenten op dieren
Dierenbeschermers zien het aantal experimenten met genetisch gemanipuleerde dieren en het daarmee gepaard gaande dierenleed zal toenemen. 

 - De vereniging AVS Proefdiervrij heeft hier een campagne over.

 

 

---


Voor deze pagina is dankbaar gebruik gemaakt van artikelen door Thomas Schweiger van Greenpeace (European Unit) en van een artikel van Nina Holland van A SEED Europe.