In het tijdschrift
Onze Wereld (zie elders) zeggen gentechnologen dat
Europese milieuorganisaties paternalistisch zijn. Zij zouden hun wil opleggen
aan de Afrikaanse landen.
Er zijn voorbeelden te over van verzet tegen gentech-gewassen in en vanuit het
Zuiden, inclusief Afrika, dat niet vanuit Europa is geïnitieerd.
'Let
the harvest begin'
Een duidelijk voorbeeld is de reactie op het propaganda-offensief van Monsanto
ten gunste van gentech-zaden: 'Let the Harvest Begin'. Afrikaanse afgevaardigden
die deelnamen aan onderhandelingen onder de FAO, in juni 1998 verspreidden
in reactie hierop een felle aanklacht tegen het Amerikaanse bedrijf. Ze waren
gealarmeerd door de agressieve overname-politiek van Monsanto, en het gevaar
dat het bedrijf zijn greep op de wereldwijde landbouwproduktie steeds verder
uitbreidt. De Afrikanen waarschuwden dat gentechnologie de biodiversiteit
zal vernietigen, en dat deze de duurzame landbouwsystemen die boeren gedurende
duizenden jaren ontwikkeld hebben zal ondermijnen, alsmede het eigen vermogen
van Afrikanen zichzelf te voeden.
24 Afrikaanse landen legden de volgende verklaring af: 'Wij
verzetten ons er sterk tegen, dat het beeld van de armen en uitgehongerden
in onze landen wordt aangewend om een technologie te promoten die noch veilig,
noch milieuvriendelijk, noch economisch voordelig is voor ons. Wij geloven
niet dat zulke ondernemingen of biotechnologien onze boeren zullen helpen
het noodzakelijke voedsel voor de 21ste eeuw te produceren. Integendeel, wij
denken dat ze de biodiversiteit, de lokale kennis en de landbouwsystemen die
onze boeren sinds duizenden jaren hebben ontwikkeld, zullen tenietdoen en
dat we minder in staat zullen zijn ons te voeden.'
(Verklaring afgelegd tijdens een bijeenkomst van de Wereldvoedselorganisatie
(1998) als antwoord op een reclamecampagne van Monsanto. Bron:
de Greenpeace-publicatic 'GGO's: tijdbom voor het milieu')
Meer lezen:
"LET NATURE'S HARVEST CONTINUE": Statement from all the
African delegates (except South Africa) to FAO negotiations on the
International Undertaking for Plant Genetic Resources, June 1998.
www.oneworld.org/panos/news/biodoc5.htm
Like-Minded Group Ook
bij de onderhandelingen over het zogenaamde ‘Biosafety Protocol' kwamen Afrikanen
uit eigen beweging in verzet. Deze onderhandelingen worden gevoerd in het
kader van het Biodiversiteitsverdrag. Ze zijn erop gericht schade als gevolg
van de internationale handel met gentech-gewassen en -voedselproducten zo
veel mogelijk te beperken. De grote export-landen, waaronder de VS, verenigd
in een lobbygroep die bekend staat als de ‘Miami-groep', zijn natuurlijk tegen
handelsbelemmeringen: zij willen aan de rest van de wereld het stramien van
de ‘vrijhandel' opleggen. Maar juist doordat regeringen van maar liefst 134
ontwikkelingslanden (de G77 of The Like-Minded Group) een front vormden met
de Europese Unie zijn zij er gezamenlijk in geslaagd om in januari 2000 de
onderhandelingen onder het ‘Biosafety Protocol' te doen uitmonden in daadwerkelijke
regelgeving. Hierdoor krijgen landen het recht om de import van GMO's te weigeren,
zelfs als er geen harde wetenschappelijke bewijzen zijn over de risico's voro
mens en milieu.
Verzet tegen biopiraterij Tenslotte
nog een sprekend, specifiek Afrikaans voorbeeld. Dit voorbeeld betreft het
juridische initiatief, onder de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE),
om paal en perk te stellen aan biopiraterij, i.e. de onteigening van kennis
en biologische bronnen. Dit initiatief heeft niet uitsluitend betrekking op
gentech-gewassen en -planten. Echter, voor zover biotech-bedrijven erop uit
zijn genetisch materiaal uit het Zuiden te analyseren, te manipuleren, en
vervolgens als eigen uitvinding voor te stellen, is er natuurlijk een verband.
De Wetenschapscommissie van de OAE heeft recentelijk een alternatief wetsvoorstel
wereldkundig gemaakt, dat o.a. beoogt om de rechten van boeren/boerinnen-gemeenschappen
op kennis over plaatselijke biologische bronnen veilig te stellen. Hoewel
er in Afrika grote conflicten spelen, tonen landen van het continent ten aanzien
van het octrooieringsvraagstuk een grote mate van eensgezindheid.