Gentechnologie, honger en de Derde Wereld

Derde Wereld

 

Mogelijke verbeteringen in de landbouw zonder gentechnologie kunnen de huidige productie verveelvoudigen

We willen hier wat andere methoden dan gentechnologie de revu laten passeren. Niet in een poging uitputtend te zijn, maar om duidelijk te maken dat je kunt kiezen voor verschillende opties om de landbouw te verbeteren. Gentechnologie is een van de opties en zeker niet de oplossing.

Verveelvoudiging rijstopbrengst
Boeren in Madagaskar hebben de rijstopbrengst omhoog zien gaan van 2 ton per hectare naar 8 tot 10 ton per hectare dankzij een nieuwe teeltmethode: System of Rice Intensification (SRI).

Maïsboorder en Striga te lijf in Afrika
Maïsboorders zijn plaaginsecten die tot wel 80% van de oogst kunnen vernietigen. Tijdens het forum van Onze Wereld en de Evert Vermeerstichting (PvdA) noemden zowel Wouter van Dieren (lid van de Club van Rome en milieu adviseur van o.a. Monsanto) als Niels Louwaars (Plant Research International, Wageningen) de maïsboorder als sprekend voorbeeld van een probleem dat alleen met gentechnologie beheerst kan worden.

Maar op internet stond op dat moment al een veelbelovede natuurlijke bestrijdingsmethode. Een Afrikaans onderzoekscentrum, het ICIPE, ontwikkelt deze methode waarmee de schade door de maisboorder op een natuurlijke manier in toom gehouden wordt.  Door een combinatie van aantrekkende en afstotende planten neemt de schade door de maïsboorder aanzienlijk af.

Een van hun meest veelbelovende planten is de zilverbladige desmodium, een vlinderbloemige. Deze plant stoot de maïsboorder af, verrijkt de bodem met stikstof, houdt de bodem vochtig en beschermt tegen erosie.  En het mooiste is dat het ook Striga (witchweed) onderdrukt. Striga parasiteert op de wortels van maïs en levert veel oogstverlies op. In een maïsveld met desmodium komt 40 maal minder Striga voor dan in een veld met alleen maar maïs.

Een derde methode om de maïsboorder onder controle te houden is biologische plaagbeheersing. In India en Pakistan, het oorsprongsgebied van enkele maïsboorders, komt dit plaaginsect in onschadelijke hoeveelheden voor. Het blijkt dat dit komt door enkele natuurlijke vijanden. Daarvan hebben onderzoekers van ICIPE een kleine wesp (Cotesia flavipes Cameron) geselecteerd, dat eitjes legt in de larve van de maïsboorder. De schade wordt hierdoor met 53% verminderd. Omdat ook introductie van vreemde plaagbestrijders onverwachte ecologische effecten kan hebben, werd gekeken of de wesp geen andere insecten kwaad doet. Volgens een onderzoeker van ICIPE is de wesp door het zoekgedrag beperkt tot larven in de stengels van grotere grassen, en dan nog alleen bepaalde boorders. Hij heeft geen andere insecten gevonden die hierdoor schade ondervinden. Het ICIPE werkt nauw samen met nationale programma’s in Kenia, Oeganda, Somalië, Mozambique, Malawi, Ethiopië, Zambia, Zimbabwe en Zanzibar om de wesp te verspreiden.

In Natural Success Stories – The ICIPE in Kenya (Florianne Koechlin, juni 2000) vindt u dit verhaal en succesvolle biologische beheersingsmethodes voor o.a. sprinkhanenplagen en de Tsetse vlieg.

Of lees meer bij het ICIPE zelf.

Effectiviteit tot 98% met bio-regulatoren in Bolivia
De Boliviaanse organisatie PROBIOMA verspreid biologische in plaats van chemische plaagbestrijdingsmiddelen. Het ontwikkelt, produceert en distribueert bio-regulatoren voor 80 ziekten en 40 plagen, die toegepast kunnen worden op 38 verschillende gewassen. Onafhankelijk veldonderzoek toont een effectiviteit tussen de 74 en 98 procent. Bio-regulatoren kunnen lokaal geproduceerd worden en kunnen onder de juiste omstandigheden zelfs in de natuur reproduceren. Als meerdere boeren het gebruiken kan er een ecologisch evenwicht ontstaan. Het is gezonder voor de boeren dan pesticidegebruik, en terwijl pesticiden telkens gekocht moeten worden, is dat bij de bio-regulatoren niet nodig.
Lees meer over dit project bij Both Ends.

Ecologische sojaproductie in Brazilië
In de staat 'Rio Grande do Sul' in Brazilië, een van de grootste sojaproducerende gebieden ter wereld, wordt een moratorium voorgesteld op de introductie van GM organismen. De overheid van deze staat wil GM gewassen verbannen door een 'transgenetic free zone' uit te roepen. Lokale organisaties ontwikkelden daartoe een campagne, en ontwikkelden kleinschalige zaadopslagtechnieken en vermarkten ecologische producten. Gebaseerd op hun kennis over levensvatbare alternatieven steunt de meerderheid van de kleinschalige en middelgrote boeren deze zone.
In tegenstelling tot GM organismen helpen de ecologische alternatieven om de sociaal-economische positie van de boeren te versterken door hun afhankelijkheid van externe inputs te verminderen en dragen bij aan het behoud van de biodiversiteit.
Lees meer over dit project bij Both Ends.

Meer lezen:
Artikelen CordAID, GRAIN rapporten over biotechnologie, Blaueninstitut Zwitserland.