Genethische Zaken 1
  Nieuwsbrief van het Nederlands Platform Gentechnologie nummer 1 - februari 2001

Gemodificeerd Maatschappelijk debat

Debat in de Doofpot

Al sinds november 1996 eten we de genetisch gemanipuleerde soja van chemiegigant Monsanto.Inmiddels is daar gentechmais bij gekomen (en wat nog meer …?).En nog hebben we als maatschappij nog geen fatsoenlijk debat kunnen voeren over of we die genetisch aangepaste planten wel willen eten en aan ons vee voeren en wat de consequenties daarvan kunnen zijn.Dat wordt ook steeds moeilijker met de smaak van gentech in de mond.Hieronder een beeld van het maatschappelijk debat in Nederland en waarom dit meer een debâcle te noemen is.

Sinds de geruisloze introductie van de gentechsoja in Nederland kwamen zowel voor- als tegenstanders met cijfers over de publieke opinie die hun eigen standpunt onderbouwden. Maar deze cijfers zijn sterk afhankelijk van de manier van vragen stellen en spreken elkaar nogal eens tegen. Deze cijfers waren van geen waarde. Hoe moest de gemiddelde Nederlander zich een beeld kunnen vormen als ze nog niet geïnformeerd was op een neutrale manier door een onafhankelijke partij? Een neutrale partij had b.v. kunnen zijn een platform waarin alle disciplines van een samenleving vertegenwoordigd zijn die iets kunnen melden vanuit hun eigen expertise en die daar onderling mee in interactie zijn. Een dergelijke partij was er destijds nog niet en dat is Monsanto en de zijnen hun redding geweest. Tot nu toe.

Introductie
Monsanto’s strategie voor de introductie Ten tijde van de introductie van gentech-sojabestanddelen, zoals oliën, vetten, koolhydraten (zetmeel en suiker) en eiwitten was er nog geen milieu- of andere idealistische organisatie structureel bezig met het onderwerp gentechnologie, behalve de Alternatieve Konsumentenbond. Zestig procent van alle bewerkte voedingsproducten in Nederland bevat eind 90-er jaren sojabestanddelen.
In het blad Milieudefensie (nr 3, maart 1998) staat beschreven dat er vooral geen slapende honden wakker gemaakt moesten worden, en dat vaak verteld moest worden dat het toch zo goed voor je is. Zo werd van de onwetendheid van de consument geprofiteerd. Inmiddels eten we al jaren van het spul en “zeg nou zelf ik heb er nog niemand van zien doodvallen” denkt nu menige Nederlander. Maar wat is er werkelijk bekend over de aantasting van het immuunsysteem op de lange termijn. En wat vinden we ervan dat derde-wereldlanden de mislukte oogsten mogen incasseren, en alle andere narigheid voor het milieu, zoals het stijgende gebruik van door de bedrijven gepatenteerde pesticiden, waar het de chemieconcerns allemaal om begon?
Om de introductie van de genetisch gemanipuleerde soja destijds zo gladjes mogelijk te laten verlopen, nam Monsanto in de verschillende landen PR bureau’s in dienst. In Nederland viel de keus op Schuttelaar & Partners - Adviesbureau voor maatschappelijke communicatie, mede vanwege zijn enorme kennis van de milieu-scene.

Milieuvriendelijke soja?
Vanwege de trend naar biologische en milieuvriendelijker landbouw werd de Roundup Ready soja gepresenteerd als milieuvriendelijk. Er zou minder gespoten hoeven te worden. Getallen in een recent rapport van de EG geven helaas aan dat er helemaal niet zoveel minder wordt gespoten als voorheen. Wat Monsanto geen windeieren legt want alleen zij heeft patent op het middel! Door de resistente gewassen stijgt de toepassing van Roundup; van de 40 miljoen ha gentech-planten in 1999 bestond 20 miljoen ha uit RoundUp Ready soja in Amerika. Als dat geen waarborg voor de toekomst is van een chemiegigant...
Tijdens een van de debatbijeenkomsten in de Rode Hoed onlangs georganiseerd door Milieudefensie werd de vraag gesteld waarom Marcel Schuttelaar in zee was gegaan met Monsanto en nu geen opdrachten van Monsanto meer uitvoert. Zijn antwoord: “Er werd verwacht dat de gentechsoja milieuvriendelijker zou zijn dan voorheen. Echter dit bleek niet bewezen, dus zijn we ermee gestopt.” Maar de inkomsten waren binnen en het doel van Monsanto gehaald. Een win-win-situatie, zoals dat in goed Nederlands heet.

Polderen
In een (openbaar) rapport van Piet Schenkelaars, toen nog medewerker van Schuttelaar & Partners, valt in 1997 te lezen: “De import van Amerikaanse transgene soja in Europa is een mooi voorbeeld van een issue dat moet worden gemanaged. Identificeer groepen die zich met het onderwerp bezig houden, analyseer hun belangen, posities en beoordeel hun zwakke en sterke kanten. Zoek steun bij andere partijen, neem tegenstanders serieus en verschaf de juiste informatie aan de juiste mensen op het juiste tijdstip.” Oftewel: verschaf jezelf inzicht in de psychologie van het brede maatschappelijke krachtenveld en doe ermee wat je commercieel goed uitkomt. Zorg dat tegenstanders zich ‘gehoord voelen’ zodat ze zich suf lullen en op gegeven moment tenminste hun mond houden. Het poldermodel dus. Maar dan alleen waar ‘nodig’. En hou de belangrijkste prikkel tot debat buiten beeld, Monsanto leek te zijn verdwenen. Dat was de sluwe strategie.
In de plaats van Monsanto werd het Productschap Margarine, Vetten en Oliën naar voren geschoven als woordvoerderorganisatie. Deze mocht op initiatief van Monsanto een fact finding mission naar Amerika organiseren waaraan mensen uit het Nederlandse bedrijfsleven, ambtenaren van de Ministeries van Volksgezondheid, Economische Zaken en Landbouw én de Consumentenbond meededen! En na het bezoek aan Monsanto, zorgvuldig uitgekozen sojaboeren en het Amerikaanse Landbouwministerie was het doel wel gehaald: een groepsproces en betrokkenheid was gecreëerd en het gemeenschappelijke standpunt over de transgene soja was dat het veilig was. En zo kwam het hele gezelschap weer terug naar Nederland.
Om daar vervolgens bezorgde boeren, consumenten en milieukundigen te proberen af te troeven met de nieuw opgedane kennis en belachelijk te maken in de media. Voor Monsanto was het volgens Schenkelaars ook heel belangrijk dat er nu ook een scheiding was opgetreden tussen de Consumentenbond enerzijds en milieuorganisaties anderzijds. De bond liet de soja toe en vroeg slechts om een aanduiding op het etiket wat opnieuw de legitimatie van de technologie moest versterken.

De inzet van de wetenschap voor dit heilig doel
Omdat “wetenschap een belangrijke partner in communicatie is” en om verwachte kritiek van milieu-organisaties te pareren, liet Schuttelaar vervolgens het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) een onderzoek doen naar de transgene soja. Voor een deel gebaseerd op gegevens van Monsanto, concludeerde het CLM “op korte termijn geen onaanvaardbare risico’s te verwachten voor milieu of gezondheid”, maar dat er op de langere termijn te veel onzekerheden zijn om daarover uitspraken te doen. Het eerste werd door S&P naar buiten toe benadrukt.
En: “het idee was om ruim voor de eerste importen van de RoundUp-resistente soja een discussie in de media te hebben, zodat wanneer de eerste importen zouden arriveren, journalisten al over het onderwerp verslag uitgebracht zouden hebben. Dus op het moment dat milieu-organisaties met campagnes zouden beginnen, zouden ze er niet meer zo’n trek in hebben omdat het persmoment al voorbij is en ze afhankelijk zou worden van eenzijdige informatie van de milieuorganisaties. Gelukkig werkt de onmacht van de wetenschappelijke kennis ook andersom. Dit wordt duidelijk na lezing van het gelijknamige artikel uit de Staatscourant van 27 april van dit jaar: “Resultaten van wetenschappelijk onderzoek spelen slechts een rol voor zover ze in het straatje passen van voor- of tegenstanders. Is dat niet het geval, dan zijn de onderzoekers verdacht omdat ze aan de leiband van de opdrachtgever lopen. De wetenschap met zijn aureool van objectiviteit is een arena geworden waarin de politieke strijd wordt voortgezet, zij het met andere middelen.”

Selectief lezen
In het onlangs door de Raad voor het Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO) uitgebrachte ‘Willens en wetens’, onder redactie van raadsvoorzitter prof. dr. R.J. in ‘t Veld, wordt verslag gedaan van 4 casestudies naar het gebruik van natuur-en milieukennis bij grote projecten (Schiphol, Betuwelijn, mestbeleid en Leidsche Rijn). Voor mensen die wetenschap nog steeds zien als een onbevooroordeeld scheidsrechter, die in het publieke debat waarheid en verdichting weet te ontrafelen, stemmen die verslagen niet tot vrolijkheid. In het beleid wordt slechts zeer selectief gebruik gemaakt van wetenschappelijk onderzoek. Kortweg komt het erop neer dat alles wat niet in het straatje past, wordt verzwegen, of, als dat niet mogelijk is, verdacht gemaakt.”

Hoe herkenbaar is dit als je het vergelijkt met het gentechdebat. Prof. Arpad Puzstai is een bekend voorbeeld van een wetenschapper die keihard is neergesabeld, omdat hij een boodschap had die negatief was voor de gentechnologie. En ook is onlangs de wetenschapper die een gentherapie-studie coördineerde die het leven van een 18-jarige patiënt heeft gekost ervan af gestapt om experimenten met mensen te doen.
Het prestigieuze gentherapie-onderzoek is enorm teruggegaan in omvang. De onderzoeker, dr. James M. Wilson zal zijn werk beperken tot moleculaire en celbiologie-studies op dieren. Maar als niet goed uitgevoerde onderzoeken iets niet laten zien, worden die breed uitgemeten. Mij, als milieukundige, zegt een onderzoek dat iets wel aantoont meer dan een onderzoek dat iets niet kan aantonen. Wellicht is er bij de tweede niet goed onderzocht of zijn verkeerde parameters/criteria gebruikt? Bij de eerste weet je het tenminste zeker: je vindt iets. Bij de tweede kan er sprake zijn van misleiding; als je iets niet kan vinden wil het nog niet zeggen dat het er ook niet is (als ik in de verkeerde richting kijkt, zie ik iets niet, maar het is er wel).

Begin 1999 begonnen het Voedingscentrum (waarin het vroegere Voorlichtingsbureau voor de Voeding is opgegaan) en de Stichting Consument en Biotechnologie van de Consumentenbond de voorlichtingscampagne ‘Meer weten over veilig eten’. Over onder andere moderne biotechnologie; (zij noemen het biotechnologie, maar daar valt ook kaas-, wijn-en bierbereiding b.v. onder. We hebben het hier over ‘moderne biotechnologie’ ofwel gentechnologie). Doel is volgens Els van Gurp van het Voedingscentrum “biotechnologie gewoner te maken, te bereiken dat het niet langer als iets vreemds of griezeligs wordt gezien”. Dat klinkt niet bepaald “objectief” en “onafhankelijk”, zoals het Voedingscentrum zichzelf noemt.
Desgevraagd vertelt Van Gurp dat Schuttelaar voor het Voedingscentrum werkt: “Hij gaat misschien ook een communicatieplan opstellen voor de campagne over veilig eten”. Is het niet merkwaardig om voor een ‘objectieve’ campagne over moderne biotechnologie een bureau in te schakelen dat de PR doet voor een groot gentechnologie- bedrijf? Miriam van Gool, v.h. Greenpeace: Dit is precies de foute manier waarop er in Nederland informatie over biotechnologie wordt verspreid.”

“De vraag of je het leuk vindt of niet is, net als bij informatietechnologie, minder relevant: gemodificeerde gewassen zijn niet langer tegen te houden”, vindt Marcel Schuttelaar. En dit is de atmosfeer waarin de Tweede Kamer precies 1½ jaar geleden besloot tot het vormgeven aan een breed maatschappelijk debat over moderne biotechnologie bij voedselproductie…

De organisatie van het breed maatschappelijk debat
Terwijl het kabinet een Integrale Beleidsnotitie Biotechnologie voorbereidde werd door Schuttelaar en Partners een verzoek gestuurd aan 40 diverse maatschappelijke organisaties om een omgevingsanalyse bloot te geven en ook het standpunt van de organisatie en de werkwijze enz. Dit zou de input moeten leveren voor de nota, zodat de discussie al een beetje gevoerd is voor deze uitkomt. Inmiddels is de nota biotechnologie verschenen.
Voor de nota uitkwam stelde minister Jorritsma al 100 miljoen gulden beschikbaar voor nieuwe gentechbedrijven in Nederland. Nu zijn er nog meer miljoenen vrijgemaakt.
De vraag is nu wat de zin is om nog een discussie te voeren. klik om fullsize te zien

De gesprekken over genetische manipulatie verliepen vanaf het begin al zo typisch Nederlands: geen standpunt durfde te worden ingenomen door menige maatschappelijke organisatie, want men beschikte nog over onvoldoende informatie! Inderdaad, dat was nu juist de strategie. Daar komt nog bij dat het absoluut not done is om in Nederland nog ergens tegen te zijn of een negatieve boodschap te brengen over de consequen ties van iemands gedrag/besluit. Je mag elkaar absoluut niet voor het hoofd (durven) stoten (verplaats je eens in…), maar ondertussen mag je eigen gedrag wel als consequentie hebben dat anderen ter wereld in de grote ellende van jouw kleine verwachte welvaartsvoorsprong zitten (daar wil ik niet aldoor mee geconfronteerd worden). Zo typical Dutch (lees: duf)! En daar komt nog eens bij dat we overgeorganiseerd zijn en daardoor subsidiegestuurd... waardoor samenwerking en eensgezindheid bemoeilijkt wordt.
Al een jaar nu is er een projectgroep, bestaand uit: Schuttelaar & Partners, het Centrum voor Landbouw en Milieu, Stg. Consument en Biotechnologie en Ver. Milieudefensie, bezig met het uitvoeren van de TweedeKamer-motie tot een breed maatschappelijk debat. “Wanneer komt het debat dan?”, werd Brinkhorst gevraagd op het forum Life Sciences 2000. ‘Ik hoop in 2001’ antwoordde hij.

Tips ter verbetering van het maatschappelijke debat
Lees en handel naar het artikel: Dialogue in Biotechnology - Briefing paper 7 nov. 1997. Dit kregen de organisaties ter voorbereiding van de vormgeving van het maatschappelijk debat in clustergroepen. Hierin staat hoe een maatschappelijk debat te voeren is, zonder dat er paternalistisch wordt gedaan als: “moeten huisvrouwen ook meepraten; die weten er toch niks van?”
Dát is wat vaak misgaat: het aan de ander opleggen van de eigen ideeën! Het is een fundamenteel recht van de mens om veilig voedsel (primaire levensbehoefte!) te hebben; bovendien is het een mensenrecht om iets af te wijzen dat je niet in je leven wilt om welke reden dan ook!

Gemodificeerd vs. gemanipuleerd
Belanghebbenden bij gentechnologie gebruiken telkens de term genetisch gemodificeerd. Ze vinden de term gemanipuleerd te negatief geladen en niet ter zake doen (terwijl deze term ouder is!). Modificatie klinkt inderdaad modieuzer en innovatiever, maar mag deze term eigenlijk wel gebruikt worden?
Modificeren betekent wijzigen, veranderen van vorm (de term gemodificeerd zetmeel is niet per definitie alarmerend) of: niet-erfelijke wijziging van een eigenschap in ander milieu.
Manipuleren betekent: door kunstgrepen beïnvloeden en in een bepaalde richtingdwingen.
De laatste term geeft nauwkeuriger weer wat er bij gentechnologie gebeurt met het erfelijke materiaal.

Schaf de term ALTERNATIEF af!
Het woord alternatief is niet erg populair. Je begint, als je ergens voor pleit, nooit als eerste met het alternatief, die staat altijd op de tweede plaats of is derderangs. Zelfs de nuloptie, de situatie waarin we nu leven of een paar jaar geleden leefden, wordt vaak aangeduid als alternatief. Dat is toch zot! Ik pleit ervoor om in plaats van over alternatieven te praten te spreken over opties of scenario’s. Die staan gelijkwaardiger naast elkaar en maken het mogelijk om een evenwichtige vergelijking te maken door politici e.a. Opties klinkt ook beter als van deze tijd. Laten we minder conservatief zijn en overstappen op deze term. Ook toepasbaar voor andere discussieonderwerpen!

Risico versus gevaar
Op het gebied van xenotransplantatie -het transplanteren van genetisch gemanipuleerde dierorganen in mensen- is de discussie in de Tweede Kamer heel redelijk geweest. Daar sprak men over risico’s, dat zijn kansen op iets. En over gevaren, dat is de omvang van ongewenste effecten die kunnen optreden bij een bepaalde toepassing (van b.v. gentechnologie). Bij xenotransplantatie is vastgesteld dat de kans dat er een ongewenst effect optreedt weliswaar mogelijk klein zou kunnen zijn, maar dat de omvang waarmee nieuwe ziekten kunnen worden overgedragen op de totale menselijke populatie zo enorm verwacht wordt dat de mogelijke voordelen van de xenotransplantatie-optie niet opwogen tegen de ellende die dit met zich kan meebrengen. En dan hebben we het alleen nog maar over het inschatbare gehad.

Laatste tip:
Bemoei je ermee. Voel je niet beperkt doordat je niet alles weet, dat doet niemand. Als je je laat weerhouden, zal de verkeerde optie zeker zegevieren en ben je alsnog de klos. Verdiep je in de materie. Laat bedrijven weten dat je ongerust bent, gentechingrediënten afwijst. Bel hun gratis tel.nummer, e-mail ze, schrijft het antwoordnummer. Laat ze hun standpunt opsturen. Stel lastige vragen, laat je vraag desnoods door een ander beantwoorden, vraag naar de bedrijfsleider! Veel gegevens zul je niet aan kunnen komen. Zo zijn zelfs de gegevens waarmee de commissie Veiligheidsbeoordeling van het ministerie moet werken niet openbaar vanwege bedrijfsgeheim. Maar zorg dat je eraan komt en geef het door aan bijvoorbeeld het Nederlands Platform Gentechnologie, Greenpeace, Milieudefensie, de AKB of een andere organisatie.

door Trix Kruger

"Dit maatschappelijk debat is vervaardigd m.b.v. moderne biotechnologie."